Spare parts management: koude koffie of hippe cappuccino?

Dit jaar viert de EOQ (economic order quantity) zijn 100-jarig bestaan. Deze formule is het allereerste formele voorraadbeheermodel dat werd ontwikkeld.

Trefwoorden: #EOQ, #KU Leuven, #Liliane Pintelon, #maintenance, #onderhoud, #spare parts, #spare parts management, #voorraad, #voorraadbeheer

Lees verder

Columns

ENGINEERINGNET.BE - De onderliggende assumpties zijn (te) simpel: er wordt een constante, deterministische vraag verondersteld en stock-outs zijn niet mogelijk.

Toch brengt het model inzichten om tot de ideale ordergrootte te komen, zoals de afweging tussen hoge voorraad -weinig bestellingen en lage voorraad- frequente bestellingen. In de loop van de jaren werden meer gesofistikeerde modellen ontwikkeld: modellen die een probabilistische vraag aan kunnen, die rekening houden met veiligheidsvoorraden, die gefocust zijn op een multi-echelon of pooling situatie,etc.

Nagenoeg al deze modellen veronderstellen een hoge vraag en zijn dus enkel bruikbaar voor die wisselstukken die een groot verbruik(fast movers) kennen. Voor die stukken die weinig verbruikt worden (slow movers) kwamen nieuwe modellen gebaseerd op verwachtservice level en voorraadkosten.

Het lijkt er op dat wisselstukbeheer geen uitdagingen meer bevat, koude koffie dus. Niets is minder waar,zoals u in de praktijk wel merkt. Dit allicht tot uw frustratie. Wij, wetenschappers, zijn dan wel weer blij want we zien nieuwe uitdagingen. Geen koude koffie dus, maar nieuwe, hippe cappuccino-versies.

Analyses voor het identificeren van fast movers en slow movers bestaan allang, algoritmes voor het bepalen en verrekenen van de criticiteit van spares zijn nieuw(er). Broodnodig wel, gezien de explosie van het aantal spares door de snelle technologische evolutie en de niet-adoptie van standaardisatie van machines in bedrijven.

Samenwerkingsalternatieven zoals bv. VMI brengen opportuniteiten voor kostenbesparingen,maar de risico’s van het niet ter beschikking zijn, krijgen een nieuwe dimensie. De inbreng van de toeleverende partner en de genegotieerde contractdetails worden belangrijke parameters die een extensie van bestaande beslissingsondersteunende modellen vragen. Allemaal wel behapbaar. Vervelend wordt het als we ook nog serieus rekening moeten gaan houden met de spareparts kwaliteit.

Jammer genoeg komen er heel wat vervalsingen op de markt. Ze zien eruit als een eerlijke spare part van een OEM, maar zijn namaak van slechte kwaliteit. Een wereldwijd probleem, waar zelfs hele conferenties aangewijd worden. Naar voorraadmanagement toe,een reëel maar moeilijk in te schatten risico. Een spannende onwikkeling is 3D-printing. Het on-demand printen van spare parts betekenteen besparing op voorraadbewaar- en orderkosten. Stockouts bestaan niet meer,idem voor verouderde en onbruikbaar geworden stukken: we printen de stukken enkel wanneer nodig.

Een opportuniteit, maar ook een managementuitdaging. Wanneer we zelf spares willen printen, dan hebben we printers nodig en de nodige basisgrondstoffen en uiteraard ziin ook de CAD-files (of aanverwante)onontbeerlijk. De licenties voor het gebruiker van worden betaald aan de OEM of OPM. Als u een eigen printer niet ziet zitten, zal u bij die OEM of OPM allicht terecht kunnen voor het printen van de gewenste spares of bij een third party aanbieder.

Hier en daar duiken al on-line platformen op die je stukken printen en shippen. Dit gaat dus een heel stuk verder dan de eerste e-MRO initiatieven die enkel een platform aanboden waar kopers en verkopers van spare parts elkaar konden vinden.

Er zijn nog meer spannende ontwikkelingen. Drones bv. die in grote plants snel de nodige wisselstukken vanuit het centrale magazijn ter plaatse brengen om op die manier onproductief heen en weer geloop van techniekers te vermijden. Huidige drone-technologie laat uiteraard lichte wisselstukken van een paar 100 gram toe, maar ook zwaardere stukken tot zo’n 5 kilogram. Misschien voor de meeste bedrijven nog futuristisch, maar voor bv. Siemens, Daimler en Mercedes Benz al werkbaar gebleken.

Helemaal interessant wordt het wanneer wede 3D geprinte stukken door drones zouden kunnen laten leveren. Of nog beter, we laten via Internet-of-Things implementaties en prognostische onderhoudsintelligentie de machines zelf beslissen dat ze een nieuw onderdeel nodig hebben en laten ze dat dan ook ineens bestellen. Klinkt het u als muziek in de oren of krimpt u ineen bij het gedacht dat u zoveel vertrouwen zou moeten hebben in uw machinepark ? In elk geval, spare parts management lijkt meer dan ooit een uitdaging.


Door Liliane Pintelon,KU Leuven Centrum Industrieel Beleid