Zoektocht naar alternatieven voor het schadelijke PFAS

Wageningen University & Research onderzoekt mogelijke vervangers voor PFAS, dat vanwege hun schadelijke effecten waarschijnlijk in 2025 door de EU wordt verboden.

Trefwoorden: #fluor, #PFAS, #schadelijk, #verbinding

Lees verder

research

( Foto: yavdat1 - 123RF )

ENGINEERINGNET.BE - PFAS bevat onder meer fluorverbindingen, die deze stoffen water-, vet- en vuilafstotend maken. Maar deze chemische stoffen zijn bijzonder moeilijk afbreekbaar. Daardoor hopen giftige stoffen zich op in mens, dier en milieu, en veroorzaken daar schade.

Hoewel deze schadelijke effecten steeds duidelijker worden en de urgentie voor alternatieven toeneemt, loopt er maar weinig onderzoek naar de ontwikkeling van PFAS-alternatieven. 

Vooral de chemische complexiteit en de grote variëteit aan PFAS maakt het voor onderzoekers erg lastig om nieuwe oplossingen te vinden die net zo goed water, vet en vuil afstoten.

“Tot nu toe durven wetenschappers dit probleem nog niet goed aan te pakken, omdat het echt heel moeilijk is”, aldus Jacco van Haveren van Wageningen University & Research (WUR).

Zelf startte hij dit jaar samen met collega’s een onderzoek naar PFAS-alternatieven. “We richten ons nu op de essentiële groep PFAS, onder meer gebruikt voor verpakkingen en coatings.” Ook hoopt de onderzoeker een alternatief te vinden voor PFAS in speciale membranen die gebruikt worden om waterstof uit water te winnen.

“Als we PFAS willen vervangen door iets beters, moeten we op zoek naar bouwstenen uit de natuur”, zegt Daan van Es, onderzoeker Duurzame circulaire chemie bij WUR. Voordeel daarvan is dat die biologisch afbreekbaar zijn en dus niet ophopen.

Er bestaan zelfs al volop stoffen in de natuur die potentie hebben. Waterafstotend bijenwas is daar een mooi voorbeeld van. Het is een veilig en functioneel product dat biologisch afbreekbaar is.

“Maar als we 20.000 ton PFAS moeten vervangen door bijenwas, komen we in de problemen”, zegt Van Es. “Daar hebben we niet genoeg bijen voor, en dat moeten we ook niet willen.” Schaal is dus ook een probleem.

“Van sommige vervangers hebben we misschien een paar honderd of een paar duizend ton per jaar nodig. Voor die schaal gaat niemand zo’n fabriek opzetten”, denkt Van Es.

Hoewel de eerste onderzoeken naar niet-PFAS oplossingen lopen, verwacht Van Haveren niet dat die stoffen binnen twee jaar op de markt zijn. “De makkelijke dingen zijn gedaan, nu moeten we in de complexe chemie duiken.”

Een snelle oplossing ligt dus niet om de hoek, maar als Europa het verbod op PFAS in 2025 inderdaad doorvoert, begint te tijd te dringen. Met extra financiële steun van de overheid en slimme beleidsmaatregelen zouden wetenschappers die complexe chemie kunnen kraken, om zo toe te werken naar meer PFAS-vervangers.