Wereldprimeur: Jan De Nul stelt als eerste baggeraar CO2-reductie doelen op

Jaarlijks komt er 15% minder CO2 vrij bij onder­houds­bagger­werken in de kustjachthaven van Nieuwpoort. Tegen 2022 gaat het om 15% minder CO2 bij 80% van de Vlaamse onder­houds­bagger­contracten.

Trefwoorden: #aannemers, #agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, #baggeren, #Bart Praet, #biobrandstof, #circulaire economie, #CO2, #drop-in, #fijnstof, #haven, #Jan De Nul, #motor, #Nieuwpoort, #Vlaanderen, #VZW

Lees verder

Techniek

( Foto: Jan De Nul )

ENGINEERINGNET.BE - Bij de aanbesteding voor onderhoudsbaggerwerken in de kustjachthaven van Nieuwpoort gaf het Vlaamse agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust de markt maximaal kansen om via innovatie in te zetten op CO2-reductie.

Jan De Nul Group haalde het contract binnen met het engagement jaarlijks 15% minder CO2 uit te stoten. Het bedrijf zet onder meer in op drop-in biobrandstof, gemaakt van plantaardige oliën of afvalstromen. Dit bevordert het de circulaire economie.

Deze biobrandstof reduceert de CO2-uitstoot en er belandt fors minder fijnstof in de lucht. De verbranding gebeurt efficiënter dan bij fossiele diesel. Het is ook een heel schone brandstof is, wat het erg geschikt maakt voor hoogwaardige motoren.

Jan De Nul wil tegen 2022 in 80% van de onderhoudsbaggercontracten in Vlaanderen een verplichting tot minimum 15% CO2-reductie opnemen.

“Wij willen maximale inspanningen leveren en andere bedrijven binnen onze sector inspireren om in te zetten op energie- of CO2-reductiemaatregelen”, zegt Bart Praet, afdelingshoofd Baggerwerken Benelux bij Jan De Nul Group.

“We voeren graag de dialoog met de Vlaamse overheid en de Vlaamse Waterbouwers VZW, en werken samen met Zero Emission Solutions en de sector van de geavanceerde duurzame brandstoffen.”

De aankondiging van de doelstellingen door Jan De Nul komt vlak na de beslissing van de Vlaamse regering voor de start van een pilootproject waarbij de CO2-prestatieladder getest wordt voor overheidsopdrachten.

Dit project start in september 2019 en duurt drie jaar. Het gevolg moet zijn dat aannemers opdrachten toegewezen krijgen als ze maximale kwaliteit, minimale CO2-uitstoot en een faire prijs aanbieden.