VUB-leerstoel gefinancierd door 4 ingenieursbedrijven (+fotoreportage)

Vrijdag tekenden de VUB, de ULB en de vier grote ingenieursbedrijven een akkoord voor de financiering van de nieuwe leerstoel Infrastructuur Assetmanagement en Levenscyclus Planning.

Trefwoorden: #Antea, #Arcadis, #assetmanagement, #België, #Leerstoel, #maintenance, #ORI, #Sweco, #Tractebel, #ULB, #VUB

Lees verder

Opleiding

ENGINEERINGNET.BE - De vier grotere ingenieurs-adviesbedrijven Antea Group Belgium, Arcadis Belgium, Sweco Belgium en Tractebel (allen lid van ORI, de sectororganisatie die de belangen behartigt van advies- en ingenieursbureaus in België) zullen de komende vier jaar telkens 70.000 euro inbrengen (in totaal dus 280.000 euro) voor deze nieuwe leerstoel.

De VUB en ULB zetten deze gezamenlijk op onder leiding van Elvira Haezendonck, hoogleraar Strategie aan de VUB en leerstoelhouder, en Manuel Hensman, professor Strategic Management & Innovation aan de Solvay Brussels School of Economics and Management van de ULB. De Brusselse tunnels zijn een eerste case die de leerstoel zal tackelen.

“Assets herstellen zich niet vanzelf na dertig jaar dienst”, gaf VUB-rector Caroline Pauwels mee in haar openingsrede. ‘Business as usual’ is niet langer een optie, vindt ze. Het gaat haar daarbij niet enkel om de toestand van bruggen, tunnels en wegen maar ook om de manier waarop de universiteit in de wereld staat.

“Onze universiteiten moeten zich engageren en antwoorden helpen formuleren op de grote maatschappelijke vragen.” Terzijde wees ze naar de studenten die dezelfde dag op straat kwamen voor het klimaat en brak ze een lans voor een ‘interdisciplinaire’ aanpak. Wat telt is ‘impact’ en dingen veranderen ten goede. Duurzaam.

“De stad is waar het gebeurt”, zei Yvon Englert, rector van de ULB, die daarmee tegelijk de concrete relatie legde met de stad Brussel. Hij ziet de leerstoel als essentieel voor het op gang trekken van de quadruple helix waarbij business, maatschappij, overheid én universiteit in elkaar grijpen.

“Infrastructuur is een essentiële vector voor een stedelijke omgeving”, tekende hoogleraar Haezendonck op. Maar als je Brussel vergelijkt met andere steden dan is die vector er niet in zijn beste doen.

Volgens OESO-cijfers zitten de Belgische infrastructuuruitgaven in de Europese middenmoot maar in verhouding tot het BNP van het land is er reden tot ongerustheid. Zo besteedde België 3 miljard euro of 0,5% van het BNP hieraan terwijl het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk gemiddeld 2% spenderen. De uitgaven gingen sinds kort omhoog maar vegen de opgelopen achterstand niet weg.

Professor Hensman hakte in op de ‘silo decision making’. “Er is veel ruimte voor verbetering.” Zo pleitte hij voor een ‘board of custodians’ die op de langere termijn denken over beschikbaarheid en duurzaamheid, voor betere assetmanagement routines, voor een ‘vliegend managementteam’… “Veel planning gaat vandaag naar het meten van risico’s terwijl het veeleer anticiperen vergt en experimenteren voor de toekomst.”

De initiatiefnemers plannen aan het eind van het semester een doctoraatsstudent(e) aan te trekken om concreet gestalte te geven aan de leerstoel. Het is de bedoeling het doctoraat ‘case based’ op te bouwen vertrekkend van gepercipieerde ‘gaps’. “Dit overstijgt de maintenance die vandaag aan de Brusselse tunnels moet gebeuren”, aldus leerstoelhouder Haezendonck.

Het gaat om investeren opdat zoiets nooit meer zou gebeuren. “Wat we leren uit de tunnels zal ook zinvol zijn voor andere wegeninfrastructuur, energie- en waterinfrastructuur, riolen,… Assetmanagement van de wegeninfrastructuur moet ook steeds gezien worden in het licht van alternatieve modi, als een gebalanceerd geheel van assets.”

De verschillende niveaus van te onderhouden infrastructuur zijn ruimtelijk ook zodanig verweven dat het onderhoud van de ene onmiddellijk een impact kan hebben op de andere. Voor het onderhoud van de riolering, bijvoorbeeld, moet je de straat openbreken wat een effect heeft op de trafiek in het rond.

“Veel assets worden ook niet gebruikt”, aldus Haezendonck die als voorbeeld wijst naar de 30 m brede grondstroken langs wegen. “Die zouden voor ondergronds transport kunnen ingezet worden. Er is efficiëntiewinst te realiseren in termen van governance.”


(foto’s: LDS)