Klinidrones in Antwerpen (+fotoreportage)

De Antwerpse ziekenhuizen kiezen voor de vlucht vooruit en sturen binnenkort allerlei staalnames, en biopsies met een drone naar het lab. En binnen de regelgeving ... die er anders moet uitzien.

Trefwoorden: #Antwerpen, #Baloise, #drone, #Helicus, #Medisch, #NSX, #regelgeving, #Sabca, #SAFIR, #Skeyes, #Unifly, #Urban Air Mobility

Lees verder

Nieuws

ENGINEERINGNET.BE - In het Antwerpse Tolhuis (in de IOT-incubator the Beacon) opende Helicus zijn Command & Controle Centrum (C&CC) waar piloten vanaf de tweede helft van 2019 het automatische droneverkeer voor medisch transport tussen de Antwerpse ziekenhuizen zullen monitoren.

Dat gebeurde in bijzijn van de partners (Skeyes (sinds kort nieuwe naam van Belgocontrol), verzekeraar Baloise Insurance), vliegtuig- en dronebouwer Sabca, Unifly en integrator NSX (spin-off van de Universiteit Antwerpen)- maar ook de ziekenhuizen uit Antwerpen en Hasselt, KUL,… Een en ander kadert in het SAFIR-project dat het EU-wetgevingsproces rond drones moet voeden.

“Dit is brand-, gloednieuw”, leidde Fons Duchateau, Antwerps schepen bevoegd voor OCMW, sociale zaken, wonen, diversiteit en inburgering, samenlevingsopbouw (en dus voor gezondheid) in. Met de drones zou ‘9 miljoen kilometer’ in het verkeer uitgespaard kunnen worden.

De regelgeving loopt achter... maar dit zou een voorbeeld zijn van hoe een wetgevend kader vooruitgestuwd wordt. Hij wees op het Urban Air Mobility Initiatief waar Antwerpen zich op 10 september dit jaar bij aansloot. Aanvankelijk was er vooral sprake van interesse bij brandweer en politie om drones in te zetten... maar ook de dokters weten de toekomst vorm te geven.

“We schrijven zelf het procedureel kader”, stelde Mikael Shamim, managing director van Helicus, bij het toelichten van het project. Hij wees op een andere ‘uniciteit’. In tegenstelling tot de meeste drone-verhalen die kiemen in de modelbouw, is hier van bij de start gekozen voor ‘professionals’.

Naast een ‘vliegtuigbouwer’ is ook een ‘verzekeraar’ in het verhaal meegenomen. Hij gaf mee dat de vraag naar een droneoplossing een jaar geleden vanuit de artsen groeide. Er kwam ook input van de KUL en UA in het technisch design.

Het gaat hier om low level dronevluchten in een gecontroleerd luchtruim. Maar om daar ook ruimte voor drones te vinden moet de zogenaamde ‘separatie’ -met klassieke vliegtuigen- aangepast worden. Zo niet is nauwelijks iets mogelijk. “We hebben nu veel safety assessments”, aldus Shamim. Welke risico’s zijn er? Hoe zijn die in te beheersen?

Naast de controleruimte was er ook een heuse drone te zien. Vandaag is er één toestel, het testplatform van Sabca, dat aangedreven wordt door 4X2 elektrische motoren, 70 à 80 km/uur haalt, tegen een zijwind van 25 knopen op kan, en een payload van 5 kg mee kan nemen, IP5X, ...

De finale versie zal een parachute meehebben, audio- en visuele alarmen. De batterijen kunnen het toestel zo’n 25 km ver brengen. In de stad zijn de afstanden nooit zo groot. Op één lading kan er dus heel wat weg en weer gevlogen worden. Herladen vergt een paar uur. Dat gebeurt manueel. “Er wordt onderzocht of dat later contactloos -inductief- kan”, zegt Steven Wille, Business Unit Director UAS bij Sabca.

Het vierarmige toestel heeft een spanwijdte van zowat een m2. Een landingsplatform zal toch zo’n 9 m² vergen. SABCA werkt naar verluidt ook aan een zwaarder, achtarmig toestel. De lading wordt meegenomen in een kunststoffen cilinder met een diameter die past in de vacuüm transportbuissystemen van de ziekenhuizen. De cilinder wordt met klittenband aan de drone bevestigd.

Er wordt gevlogen op het Global Navigation Satellite System (GNSS). Of op een combinatie. Zo wordt ook onderzoek gedaan naar 4G. In eerste instantie zullen de vooraf uitgestippelde en goedgekeurde vluchtplannen ‘automatisch’ gevlogen worden.

De ‘piloten’ monitoren het gebeuren op hun scherm en nemen over wanneer dat nodig zou zijn. Het toestel heeft ook een camera aan boord. Op termijn plant men ook AI zodat de drones ‘zelf’ beslissen wat te doen bij onverwachte omstandigheden.

Men hoopt nu alvast op het toekennen van rechtstreekse, vaste routes die geen ‘omwegen’ of ‘bakens’ opleggen.


Luc De Smet (foto’s: LDS)