Brightlands neemt Interreg-project ‘EnOp’ over van Nanohouse

Brightlands Chemelot Campus heeft dit project CO2 voor energieopslag overgenomen. Hierin wordt onderzoek verricht naar de omzetting van CO2 voor energieopslag en slimme materialen.

Trefwoorden: #Brightlands, #CO2, #energieopslag, #EnOp, #Interreg project, #Nederland, #slimme materialen, #VITO, #Vlaanderen

Lees verder

research

( Foto: Brightlands )

ENGINEERINGNET.BE - Het project werd overgedragen aan de Nederlandse Brightlands Chemelot Campus, omdat deze chemiecampus bij uitstek de plaats is waar nieuwe technologieën worden ontwikkeld en opgeschaald.

Beide zijn belangrijk voor het project ‘EnOp’. Hier zijn ook faciliteiten, zoals proeffabrieken, beschikbaar om na het onderzoek de uitkomsten naar de praktijk te kunnen brengen. Op de campus is ruime ervaring aanwezig met het opzetten van onderzoek via instituten als Chemelot InSciTe, Brightlands Materials Center en Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials.

Onderzoek naar elektrische, thermische en mechanische opslag van energie wordt al langere tijd gedaan. Dit project richt zich nu op de chemische opslag van energie. Dat onderzoek spitst zich toe op zeven technologieën om CO2 om te zetten voor energieopslag en te gebruiken als koolstofbron voor slimme materialen.

Binnen ‘EnOp’ worden directe en indirecte omzetting onderscheiden. Directe technologieën zetten CO2 via zonlicht om in chemicaliën en brandstoffen. In dit verband gebeurt onderzoek naar de productie en valorisatie van algen en het gebruik van nanodeeltjes en halfgeleiders. Indirecte technologieën zetten CO2 om met behulp van hernieuwbare elektriciteit, zoals plasma technologie en (bio) elektrochemische processen.

Deze omzettingstechnologieën verkeren nog in een embryonaal stadium. Dit maakt het moeilijk voor bedrijven om in te stappen en investeringsbeslissingen te nemen. De ambitie van EnOp is om CO2-omzettingstechnologieën door te ontwikkelen tot demonstratoren en pilootprocessen, waarna uiteindelijk in samenwerking met bedrijven opschaling kan gaan plaatsvinden. Tijdens het project worden markstudies gedaan en kansen gesignaleerd. Via een samen te stellen businessteam worden experts afkomstig uit de industrie betrokken in het project.

Bij het onderzoek naar de omzetting van CO2 werken onderzoeksinstellingen uit Vlaanderen en Nederland samen, waarbij elke partij specialistische kennis en capaciteit inbrengt.

Aan dit project nemen tien partners deel: drie uit Nederland (TNO Onderzoek en Advies, Technische Universiteit Eindhoven, Dutch Institute for Fundamental Energy Research DIFFER), zes uit Vlaanderen (KU Leuven, Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen, Universiteit Hasselt, VITO N.V., Thomas More-hogeschool) en één uit Duitsland (Universiteit RWTH Aachen-DWI).

Tussen deze partners vindt binnen de zeven deelprojecten internationale kruisbestuiving plaats. Het bedrijfsleven wordt betrokken via een businessteam, dat uit MKB/KMO-bedrijven bestaat.

De totale begroting omvat 4 miljoen euro, waarvan 2 miljoen euro wordt gefinancierd door Interreg Vlaanderen-Nederland.