ENGINEERINGNET.NL - Atmosfeeronderzoeker Maarten Krol van de Universiteit Utrecht: “Dat is op zich hoopgevend, maar er moet echt nog een tandje bij.”
Het feit dat de CO2-uitstoot stabiel is gebleven, is vooral toe te schrijven aan een lager gebruik van kolen en een toename aan hernieuwbare elektriciteit. In Rusland, de VS en Japan daalde de CO2-uitstoot, in de EU en China bleef de uitstoot gelijk aan die van vorig jaar.
Krol: “En dat is een trendbreuk. Want de economie is wel gegroeid. Je zou dus kunnen concluderen dat het wat betreft de CO2-uitstoot langzaam de goede kant op gaat.”
Toch moet er nog veel werk verzet worden, om een aantal redenen. In een land als India steeg de uitstoot van koolstofdioxide met bijna 5%, een trend die ook in andere opkomende economieën te zien is.
Krol: “Maar het is niet eerlijk om alleen die landen daar de schuld van te geven. Want als wij een nieuwe smartphone kopen, dan wordt die daar geproduceerd. Wij outsourcen onze productie en daarmee ook een deel van onze uitstoot. Het is dus net zo goed ons probleem.”
Daarnaast is het zo dat de uitstoot van CO2 dan wel stabiel gebleven is, de concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer stijgt nog steeds. Krol: “Voor het industriële tijdperk was het aantal CO2-deeltjes ongeveer 270 op één miljoen. We zitten nu op ongeveer 400 deeltjes per miljoen en dat aantal stijgt ieder jaar met twee. Als we de opwarming van de aarde willen tegenhouden, dan moeten we terug onder de 400.”
Eveneens zorgwekkend is het feit dat er in 2016 1% meer methaan werd uitgestoten dan in 2015. Methaan is een wat minder bekend broeikasgas, maar veel schadelijker dan koolstofdioxide. De vleesindustrie is verantwoordelijk voor een groot deel van de methaanuitstoot. En als landen als India en China welvarender worden, zullen hun inwoners steeds vaker vlees willen eten. De veestapel zal groeien en de methaanuitstoot ook.
Krol: “Het enige voordeel is dat methaan binnen tien jaar uit de atmosfeer is verdwenen. Dus als we de emissies omlaag krijgen, dan zijn we ook redelijk snel van het probleem af.”
(bron: Universiteit Utrecht)
