ABB heeft de YuMi cobot nu ook in België gelanceerd

ABB heeft zijn tweearmige cobot (collaboratieve robot) YuMi nu ook in België gelanceerd. De cobot, eerder al te zien op de Hannover Messe, wordt nu uitgetest bij verschillende bedrijven.

Trefwoorden: #ABB, #cobot, #collaboratieve robot, #YuMi

Lees verder

Techniek

Download het artikel in

ENGINEERINGNET.BE - «We zijn selectief in de applicaties. Van bij de start kiezen we voor business cases veeleer dan show cases», zegt Sales Engineer Robotics Jeroen Snijkers. «De cases moeten het collaboratieve aspect van de robot ten volle benutten en bedrijfseconomisch valabel zijn.»

ABB startte de ontwikkeling van YuMi in 2008. Een eerste resultaat in 2011 werd Frida genoemd. Pilootapplicaties en -testen liepen van 2011 tot 2014. De productontwikkeling volgde van 2013 tot 2015, maar in april 2014 was alvast een eerste product klaar dat sindsdien voortdurend bijgeschaafd wordt.

De tweearmige YuMi IRB 14000 weegt 38 kg. Elke arm, die 0,5 kg kan tillen, draait over 7 assen en heeft een reikwijdte van 559 mm, wat de cobot een werkbereik van 162 cm oplevert. YuMi realiseert een positiebetrouwbaarheid van 0,02 mm en haalt een snelheid van 1.500 mm - anderhalve meter - per seconde of 5,4 km per uur. De lichtgewicht armen - elke arm weegt nauwelijks 4,5 kg en de hand/grijper weegt 0,5 kg - zijn uitgevoerd in magnesium (1,738 kg/dm3 vergeleken met 2,755 kg/dm3 voor aluminium) en met zachte kunststof bekleed.

YuMi komt met geïntegreerde, modulaire grijpers. Er zijn verschillende uitvoeringen of opties mogelijk: grijper met positie- en krachtgestuurde servo (tot 20 Newton), vacuümnoppen (met drukopnemer), al dan niet met Cognex 2D-camera in de pols. Die camera heeft een nauwkeurigheid van 0,5 mm en kan ingezet worden voor inspecties en kwaliteitscontroles.

«Visie kan ook gerealiseerd worden in een combinatie met een tweede (polscamera) of een derde, vaste camera die verbonden is met een controller», aldus Jeroen Snijkers. ABB kent al vier jaar ‘integrated vision’.

Geïntegreerde controller
De geïntegreerde controller is overigens dezelfde die de fabrikant gebruikt in zijn vijfde generatie IRC 5 robot. Die komt met TrueMove en QuickMove-sturing. Er zijn verschillende bussystemen mogelijk.

De cobot, waarmee het bedrijf op de elektronicamarkt mikt, is ook ESD compliant. Daartoe is de machine bekleed met een speciale antistatische coating. De cobot wordt op het 220V-net ingeplugd. Zijn controlesysteem heeft een batterij die een verwachte levensduur heeft van vier jaar en dus wel eens vervangen zal moeten worden, maar in principe is YuMi onderhoudsvrij.

«YuMi mikt op ‘collaborative assembly’ dat flexibeler is dan automatisch assembleren», zegt Snijkers. Het gaat om het assembleren van lichtere producten met kleinere onderdelen waarbij dan vooral op de elektronica-industrie gemikt wordt. De cobot wordt steevast ‘staand’ aangeboden. Hij wordt niet omgekeerd gehangen of tegen een portaal aan gevezen.

Evenmin is hij bedoeld voor cleanrooms of de voedingssector ... maar zo’n versies komen er ooit wellicht aan.» Uitdagingen bij de ontwikkeling waren volgens Snijkers het koppelen van de cobot aan ABB’s standaard controller maar ook de biometrische veiligheidsaspecten. Mede gebaseerd op tests bij Fraunhofer. «Er zijn hieromtrent trouwens nieuwe ISO-normen in de maak. De technische specificaties van ISO 15066 worden nog verfijnd.»

Zwevende armen
Zodra YuMi, die IP30-veilig is, wordt opgestart gaan de armen ‘zweven’. Ze worden ‘zwaartekrachtgecompenseerd’. Wanneer de motoren een onverwachte/niet-geprogrammeerde weerstand ervaren, m.a.w. een botsing detecteren, dan wordt elke beweging in milliseconden gestopt.

Er is sprake van een ‘feed forward’-sturing. Programmeren gebeurt ‘on the fly’ door de arm/hand van de robot van de ene naar de andere positie te brengen en de verschillende handelingen in het geheugen van de cobot op te slaan. Naast deze ‘teach-in’ mogelijkheid kan er ook via een zogenaamde ‘pendant’ of ‘flexpanel’ geprogrammeerd worden. Deze interfaces hebben ondertussen echter hun beste tijd gehad.

Nu kan programmeren ook via een tablet, die net iets aantrekkelijker geprijsd is, en zelfs via smartphone. De verbinding loopt dan via Wifi. De cobot heeft een eigen Wifi hotspot. Voor eenvoudige toepassingen ontwikkelde de fabrikant een applicatie die naderhand geëxporteerd kan worden. De app liep aanvankelijk onder Windows 8.1 en ondertussen ook op Windows 10.

«Noch iOS noch Android zitten in de kaarten.» Kalibreren hoeft niet. De cobot heeft een ‘absoluut meetsysteem’ en kalibreert zichzelf. De programmatuur is ‘open’ en 100% afgeleid van ABB’s bestaande robotprogrammatuur. «Het gaat hier dan ook om twee robots in één behuizing», aldus Snijkers.

Elke arm met zeven assen is eigenlijk een afzonderlijke robot. De app verdeelt het scherm in twee luiken, één voor elke arm. Een ‘multimove coördinator’ zorgt ervoor dat de afzonderlijk geprogrammeerde armen/grijpers niet tegen elkaar opbotsen.

3D-geprinte grijpers
Het Belgische Materialise 3D-printte de grijpers van het getoonde model. De hand/grijper wordt gestuurd via Ethernet IP. Er resten nog een viertal gebruikerssignalen voor eventuele andere sensoren. Door de arm van de cobot loopt ook een luchtleiding om pneumatische systemen te voeden.

«We mikken erop samen te werken met integratoren», zegt Snijkers. Hij verwacht dat het grootste deel van de nieuwe markt via systeempartners en lijnbouwers (voor scara-robots) zal verlopen. «We praten met bestaande partners maar het is nog te vroeg om van een officieel netwerk te spreken.» Aanvankelijk gaat men voor het ‘laaghangende fruit’, voor duidelijke business cases.

Begin december, op iREX in Tokio, showde ABB ondertussen al zijn ‘volgende generatie’ collaboratieve robot in de YuMi-familie, namelijk de eenarmige Roberta. Het is een doorontwikkeling van de machine van het Duitse Gomtec GmbH, dat ABB nauwelijks een half jaar eerder in april 2015 had opgekocht. De grootste cobot-arm van Gomtec had een bereik tot 1.200 mm en kon 12 kg tillen.


(foto's: ABB)
door Luc De Smet, Engineeringnet

Kader 1:
Zoals de meeste cobots is ook YuMi een table top-machine. De compacte machines worden op een werktafel geïnstalleerd en zijn vooral bedoeld om heel nauwkeurig lichtere, relatief complexe maar repetitieve taken op te nemen. Nu de robot niet meer in een veiligheidskooi zit en niet meer omgeven wordt door lichtgordijnen die de machine stilleggen als er iemand doorwandelt, zijn de veiligheidseisen zeer dwingend.

Cobots zijn doorgaans lichter, waardoor ze wel sneller kunnen zijn dan klassieke robots, maar zijn meestal niet bepaald ‘sterk’. ‘Collaboratief’ betekent in de regel echter niet dat de robot ‘minder krachtig’ hoeft te zijn. Wel dat zijn kracht beperkt moet kunnen worden om veilig samen te werken met mensen. Zo voorkomt de bouw van de robotarmen dat een mens gekneld raakt. De massa’s die deze robots verplaatsen zijn dan ook niet bijzonder groot. Hoewel hun draagvermogen nog vrij beperkt is, kan daar snel verandering in komen.


(LDS)

Kader 2:
De cobot-markt wordt vandaag berekend op zo’n 100 miljoen dollar, maar groeit met méér dan de helft per jaar. Binnen het segment waren vooral jongere bedrijven actief. Het Deense Universal Robots, dat sinds 2005 al meer dan 4.000 cobots neerzette, is er marktleider.


De klassieke robotbouwers komen nu ook traagzaam aanzetten. Op de jongste Hannover Messe 2015 pakte UR uit met zijn UR3 om nauwelijks een paar maanden later opgekocht te worden door het Amerikaanse Teradyne, een reus in opmeetsystemen (kwaliteitscontrole). Kuka heeft zijn youBot, die het zelf ziet als een ‘research and educational robot’, en LBR iiwa een ’lightweight robot intelligent industrial work assistant’.

Deze cobots kunnen ge-‘mobiel’-iseerd worden om van de ene werkplek naar de andere te rijden en er op een mum van tijd weer operationeel te zijn. Fanuc heeft sinds iREX Tokyo een hele lijn ‘groene’ cobots. Naast zijn eenarmige groene CR-35iA cobot, die tot 35kg tilt, staan nu ook de CR-4iA, CR-7iA en CR-7iA/L.

Motoman/Yaskawa pakte er uit met zijn blauwe Yaskawa HC10 en YRC 1000 controller. Ondertussen showde Kawasaki zijn tweearmige duAro scar. Baxter, die Rethink Technologies in 2012 op de markt bracht, is een van de bekendere bi-arm cobots. Nu schuift het bedrijf ook de eenarmige Sawyer naar voor.