Restafval wordt nog te vaak over de weg vervoerd

Heel wat afvalstromen worden hoofdzakelijk via de weg vervoerd, terwijl ook de binnenvaart potentieel biedt. Het VIL onderzocht de mogelijkheid om dit transport over te hevelen.

Trefwoorden: #afvalstroom, #binnenvaart, #ILSE, #restafval, #VIL, #Vlaams Instituut voor de Logistiek, #vrachtvervoer

Lees verder

Nieuws

ENGINEERINGNET.BE - Binnen een pilootproject onderzocht het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) of het praktisch en financieel haalbaar is om een afvalstroom tussen IOK en Stora Enso over te hevelen van de weg naar het water.

Het transport over de weg is goedkoper, maar het verschil is niet groot. Met kleine optimalisaties kan het verschil misschien weggewerkt worden. Hierin ligt misschien een taak voor de overheid.

Afval, en in het bijzonder restafval, leent zich op het eerste zicht perfect om op een andere manier dan over de weg vervoerd te worden. Het heeft geen tijdkritisch karakter en ook korte doorlooptijden zijn geen vereiste.

De volumes restafval die door Vlaanderen getransporteerd worden voor verwerking zijn bovendien meer dan groot genoeg om te kunnen profiteren van de schaalvoordelen die alternatieve modi als spoor en binnenvaart te bieden hebben.

Toch is afval in binnenvaart niet sterk vertegenwoordigd. Slechts 7% van de jaarlijkse tonnages van binnenvaart zijn afvalgerelateerd.

In het kader van zijn project ‘ILSE’ selecteerde het VIL een stroom die als voorbeeld voor andere stromen kan dienen om de praktische en financiële haalbaarheid van een overheveling naar de binnenvaart te onderzoeken.

Zowel de verlader van het afval (de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK)) als de ontvanger (Stora Enso) zijn gelegen langs een waterweg.

Op de site van IOK wordt het restafval van de ruime regio aangeleverd. In 2014 was dit ongeveer 100.000 ton. Van dit huisvuil wordt RDF (Refuse Derived Fuel) gemaakt, een materiaal dat op de grens zit tussen afval en brandstof.

Met jaarlijks 35.000 ton is de papierfabriek van Stora Enso uit Langerbrugge (Gent) de grootste afnemer. Dit stemt overeen met 1.350 vrachtwagens die pendelen tussen Laakdal en Gent - of zes vrachtwagens die per werkdag twee maal over de Antwerpse Ring rijden, een traject van 105 km enkel.

Nochtans heeft het terrein van IOK een kaai van circa 200 meter lang langs het Albertkanaal en is ook de site van Stora Enso gelegen aan het water, het paalt zowel aan het Kanaal Gent-Terneuzen als aan de Ringvaart.

Toch zorgen enkele obstakels dat binnenvaart in deze case neerkomt op een beperkte meerkost van ongeveer 1 eurocent extra per afvalzak. Doordat de twee sites niet ingericht zijn op transport via de binnenvaart, is er voor- en natransport van en naar het water nodig die de kostprijs de hoogte in jagen.

Vanuit maatschappelijk standpunt stelt zich de vraag of dergelijke afvaltrafieken wel over de weg getransporteerd moeten worden indien er een alternatief voorhanden is. Bedrijven die zich langs de waterweg vestigen zouden bij de inrichting van hun terrein meer rekening moeten houden met het (toekomstige)gebruik van de binnenvaart.

Onnodige handelingen en voor- en natransport op de eigen site kunnen het verschil maken in de financiële business case. De vraag rijst of er ook geen rol voor de overheid is weggelegd om laagwaardige volumineuze afvalstromen van de weg te halen.


(bron en foto: VIL)

18 bedrijven, zowel afvalgerelateerde bedrijven als vertegenwoordigers uit de logistieke sector en de verwerkende industrie, namen deel aan het project:
Brussels Airport Company, Coeck Betonfabriek, Contraload, nv De Scheepvaart, Desso, Imperbel-Derbigum, Infrabel, Komosie, POM Oost-Vlaanderen, Procter & Gamble, Saint-Gobain (Gyproc-Isover), Shipit, Siemens, Suez Recycling & Recovery Belgium, Unilever, Vanheede Environmental Logistics, Van Moer Group en Waterwegen en Zeekanaal.