”Elektronicasector heeft een schitterende toekomst in vlaanderen”

«Elektronica is een sleuteltechnologie voor alles wat 'smart' is», stelt ir Peter Simkens, directeur van DSP Valley, de Vlaamse elektronica-cluster. 'Smart' is bovendien 'mensenbusiness'.

Trefwoorden: #DSP Valley, #elektronica, #imec, #micro-elektronica, #nano-elektronica, #Peter Simkens, #smart products

Lees verder

Magazine

ENGINEERINGNET.BE - De verhoogde instroom van studenten in ingenieursrichtingen stemt Peter Simkens dan ook hoopvol.

De sector van de micro- en nano-elektronica telt in Vlaanderen zo’n 290 bedrijven. Dat blijkt uit een studie die DSP Valley voor het IWT uitvoerde. De hele waardenketen - van design tools tot materialen, systemen en toepassingen - komt er in voor. De kern van de keten is de halfgeleider.

De chip. Er zijn veel kleinere en enkele grotere bedrijven die zeer breed actief zijn maar toch focussen op toepassingen in ICT, automotive, gezondheid, energie en wonen, maar ook op toeleveren aan de halfgeleiderindustrie.

Micro- en nano-elektronica blijkt goed voor meer dan 6% van de patentaanvragen in Vlaanderen. En groeiende. Dat is meer dan in België, EU-15 of EU-27. Ook het marktaandeel van die (Vlaamse) patenten in de EU-15 groeide van 1,7% in 2000 naar 4,5% in 2009. Vlaanderen specialiseert en scoort daardoor beter.


Peter Simkens (1961) is burgerlijk ingenieur werktuigkunde en heeft een PhD in de robotica. Hij werkte aan de KULeuven, bij Sabena Technics en later bij Trasys was hij aan de slag met vluchtsimulatoren voor de bemande ruimtevluchten die toen nog op de planning van het Europese Ruimtevaartagentschap stonden. Ondertussen leidt hij al 16 jaar - sinds 1998 - de elektronicacluster DSP Valley die hij onlangs door een strategische bocht trok en op een groeipad zette.

In 2012 telde de sector 22.253 mensen die zorgden voor een toegevoegde waarde van 2,8 miljard euro. De meeste bedrijven behoren tot de dienstensector (64%) maar de productiebedrijven zorgen voor de meeste tewerkstelling (62%). Je vindt ze vooral in Vlaams Brabant, gevolgd door Antwerpen en Oost-Vlaanderen.

De studie rekent dat oudere servicebedrijven in de sector de crisis zonder kleerscheuren of afdankingen doorkwamen. Jongere bedrijven moesten van verder terugkomen en doen dat traag. Dat is ook het geval voor de productiebedrijven die een dip kenden in 2008 maar het toch beter deden dan doorsneebedrijven in Vlaanderen.

Valley of death?
Europa’s digitale agenda wil tenminste 20% van de wereldwijde productie van halfgeleiders, componenten en systemen in Europa. Vandaag is dat 9%. Om die vaak gedelocaliseerde productie terug te halen uit Azië zijn er echter middelen nodig. Om innovatief onderzoek te vertalen in succesvolle commerciële producten.

Die 'venture development'-middelen om O&O te linken aan industrialisering ontbreken. Men heeft het over de 'valley of death'. Tegenover de vele opportuniteiten in de gebieden van gezondheid en welzijn, wonen, mobiliteit, communicatie en energie staan er dan ook heel wat uitdagingen.

Die zijn zowel van technologische als van economische aard - denk aan competitiviteit, kostprijs van arbeid - maar ook van regelgeving en politiek die moet zorgen voor een ‘vlak speelveld’ in het globale concurrentiegebeuren. We spraken Peter Simkens hierover tijdens de tweede editie van Smart Systems Industry Summit (SSIS) die DSP Valley midden oktober in Mechelen organiseerde. Dit 'flagship'-event van het elektronica ecosysteem in Vlaanderen trok zo’n 300 deelnemers, de helft meer dan vorige keer.

Designing Smart Products
Voor het IWT bracht DSP Valley het ecosysteem van de sector in kaart. Het tekende ook een roadmap naar de toekomst. «De studie probeert een referentiepunt te zetten», begint Simkens. Waar staan we nu? Om de oefening over vijf jaar misschien te hernemen en evolutie te zien.

De researchers stelden alvast dat traditionele sectorbepalingen - denk aan de NACE-codes - niet meer overeenkomen met de ecosystemen waarrond bedrijven vandaag baantjes trekken. Zelfs de naam DSP Valley, die in 1996 opgericht werd, is van inhoud veranderd. Het acroniem betekende oorspronkelijk ‘Digital Signal Processing’ dat het toen nog helemaal in de hardwarehoek situeerde.

«Vandaag betekent DSP veeleer Designing Smart (Electronic) Products», zegt Simkens die daarmee de cluster opentrekt naar een veel ruimere waardenketen. «Bovendien is elektronica een enabler in verschillende sectoren.» Terwijl de innovatieve spelers met micro- en nano-elektronica aanduwen tegen de grenzen van het mogelijke, zoeken ze aansluiting met traditionele sectoren: gezondheid, wonen, mobiliteit, communicatie,...

De sector telt meer dan 20.000 mensen, zowel in groeibedrijven als in de meer traditionele bedrijven. Cijfers geven aan dat deze sector van creatieve en kennisbedrijven beter doet dan de doorsnee economie: er zijn bedrijven die het ronduit schitterend blijven doen, maar er zijn er toch ook die moeten vechten om het hoofd recht te houden.

Simkens leest dat ook af van de groeiende belangstelling voor de activiteiten van DSP Valley en het aantal leden: twee jaar geleden nog 70, vandaag reeds 125. «Dat komt door het verruimen van onze waardenketen» Die beweging wil hij doortrekken. DSP Valley, dat zich oorspronkelijk toespitste op de elektronicacluster, onderzoekt de mogelijkheid om ook fotonica - waarvan alsnog geen cluster bestaat - onder zijn vleugels te nemen.

«Beide technologieën ondersteunen elkaar en de doelgroep van bedrijven overlapt voor 90%», rekent Simkens, die wijst naar een uitspraak van Prof. Hugo Thienpont (B-Phot aan de VUB) «dat fotonica doorgaat waar elektronica eindigt».

Is de overheid bereid?
De studie over Vlaanderen gebeurde in het kader van het opstellen van een technologie roadmap voor de zes Europese 'key enabling technologies' (KET). Andere consortia belichtten de andere sleuteltechnologiegebieden, zoals fotonica, industriële biotechnologie, geavanceerde maaktechnieken en materialen.

Het zijn strategische domeinen die de EU rijkelijk van subsidies wil voorzien. Vooral grotere ondernemingen weten daar gebruik van te maken. «Subsidies brengen er de gemiddelde kost van O&O naar beneden. Onze bedrijven maken er minder gebruik van dan in sommige buurlanden», merkt Simkens op.

Reële producten
Er komen wel degelijk producten uit de labs en er is een afzetmarkt voor. Een voorbeeld: GreenPeak, dat in 2007 ontstond uit de fusie van het Nederlandse Xanadu Wireless en het Belgische Ubiwave, is een RF-specialist in domoticaoplossingen met zijn ZigBee-technologie. Het fabless halfgeleiderbedrijf ontwerpt en verkoopt chips maar besteedt de productie uit.

Het zou een 10 miljoen chips per maand verzetten. «De productie van mainstream elektronica is gedelocaliseerd naar Azië maar er kan ook hier nog heel veel gebeuren door wie zich specialiseert», beklemtoont Simkens. «De vraag is of onze overheid bereid is om zo’n productie hier te houden? Als er zo veel chipfabrieken draaien in landen als Taiwan, dan is dat omdat de overheid er in grote mate de investeringen draagt. Up front. Dat is hier niet mogelijk. De Europese competitieregels lijken eerder op de interne markt gericht dan op de externe relaties.»

«O O O» ...
In de geavanceerde nano-elektronica moet de design rekening houden met heel specifieke kenmerken van de productie. Maar er zijn nog vraagtekens. Bij de productie van halfgeleiders wordt typisch uitgegaan van een 'cost plus-model'. Je bouwt een fabriek, je rekent de kost van materialen en proces, je kent de productiekost per stuk en je kleeft er je marge op. Als je volumes gaat draaien, moet je gewoon vermenigvuldigen.

«Maar wat met een 'lab on chip' of een 'fab on chip'? Welk model en welke prijs hanteer je als je eindproduct - een chip - een hele fabriek vervangt?», vraagt Simkens. «Is een biochip, die een analysetoestel van een half miljoen euro uit een klinisch lab vervangt, ook een half miljoen euro waard?»

En hoe trek je ondertussen door de zogenaamde 'valley of death': het uitgestrekte woestijngebied tussen het moment dat een technologie ontwikkeld is, de juiste toepassing gevonden is, het product geproduceerd kan worden en de markt het opneemt? Dit proces kan jaren duren.

«Van bij de start moet je aan valorisatie denken», zegt Simkens die wijst naar Nederland waar men het heeft over de 3 K’s: Kennis, Kunde en tenslotte ook vooral de Kassa. Onder Patricia Ceysens - in 2007 Vlaams minister van economie, ondernemen, wetenschap, innovatie en buitenlandse handel - was er een Vlaams equivalent met de drie O’s: Onderzoeken, Ontwikkelen en Ondernemen.

Zo evolueerde ook DSP Valley als technologiecluster in de richting van de toepassingsdomeinen. Technologieleveranciers linken er met systeemintegratoren. «Als cluster proberen we een toegevoegde waarde te creëren voor het Vlaamse eco-systeem»

Simkens maakt zich sterk dat «alle bedrijven die twee jaar actief meedraaien in de cluster, meerdere samenwerkingsverbanden hebben met anderen in de cluster. Hetzij als toeleverancier of als partner in ontwikkelingstrajecten. «Het gaat om contracten waar ook een geldstroom vloeit. DSP Valley heeft ook goede contacten met de nano-elektronica clusters in Dresden (Silicon Saxony), Grenoble (Minalogic) en Eindhoven (High Tech NL).»

Anderzijds merkt Simkens op dat DSP Valley een cluster is en niet louter een netwerkorganisatie. «We zoeken stelselmatig naar nieuwe mogelijkheden en opportuniteiten voor onze leden via 'actieve matchmaking'. Tijdens events pitchen we projecten en partners.

We vertegenwoordigen ook de groepsbelangen bij het opstellen en invullen van roadmaps en vormen een actieve link tussen de academische wereld en de zakelijke, ook financiële wereld.» Denk business angels, fondsen, banken, ...

«Vaak is het geld er wel, maar kennen beide werelden elkaar niet» Er zijn naar verluidt gesprekken in voorbereiding om met een grote financiële speler een strategische relatie uit te bouwen.


(foto's: LDS, imec)
door Luc De Smet, Engineeringnet