• 15/04/2013
  • |     BB

Studentencoöperatie bewijst haalbaarheid districtverwarming voor stad Eeklo

Warmtenetten zijn niet populair in België. Ten onrechte, vindt de studentencoöperatie CORE uit Leuven, dat voor Eeklo een haalbaarheidsstudie mocht uitvoeren. 'Het is wél rendabel'.

Trefwoorden: #core, #districtverwarming, #ecoposer, #eeklo, #ivm, #rescoop, #studentencooperatie, #veneco

Lees verder

Nieuws

( Foto: CORE )

ENGINEERINGNET.BE -- In sommige Europese landen is een warmtenetwerk – ook wel 'districtverwarming' genoemd - de normaalste zaak van de wereld. In de noordelijke landen bijvoorbeeld worden er hele stadswijken mee verwarmd.

Maar niet in België. Er zijn er wel enkele, maar om één of andere reden is het systeem niet populair. Nochtans zijn er thermische bronnen te over die zo'n warmtenet zouden kunnen voeden.

In Eeklo bijvoorbeeld bevindt er zich al een warmtebron, namelijk de afvalverbrandingsinstallatie van IVM, stelt de studentencoöperatie CORE uit Leuven, dat voor de stad Eeklo, IVM, Veneco, Ecopower en REScoop.be een haalbaarheidsstudie mocht uitvoeren.

Bij IVM komt tijdens het afvalverbrandingsproces een gigantische hoeveelheid warmte vrij, die gedeeltelijk wordt omgezet in elektriciteit met een stoomturbine van 7 MWe. "Daarbij gaat er nog 18 MW aan restwarmte verloren in de luchtcondensor die zorgt voor de koeling van de stoomcyclus. Met deze warmte die nu in de lucht wordt geblazen, kan een groot deel van alle gebouwen in Eeklo verwarmd worden", aldus de coöperatie.

Een warmtenet is te vergelijken met een grote centrale verwarmingsinstallatie, een netwerk van buizen dat de warmte die in zulke processen vrijkomt, transporteert naar de gebruikers. Zo'n netwerk kan verschillende vormen aannemen.

In de voorstudie werden twee vormen in detail bekeken en berekend: een antennenetwerk, waarbij de westelijke en zuidelijke zijde van Eeklo van warmte kunnen worden voorzien, en een netwerk in ringstructuur, waarbij ook aan de noordelijke kant warmte kan afgenomen worden.

De kostprijs voor een warmtenet wordt geraamd op 18 en 22 miljoen euro voor respectievelijk het antennenetwerk en ringnetwerk.

De terugverdientijden zijn voor beide cases zowat gelijk en liggen op ongeveer 11 jaar. De levensduur van moderne warmtenetten wordt op 40 tot 60 jaar geschat.

In de visie van CORE kunnen zowel particulieren als bedrijven zich aansluiten op het warmtenet. Het aantal afnemers bepaalt mee de rendabiliteit van het project, zodra meer dan 20% van de restwarmte wordt afgenomen, wordt het warmtenet levensvatbaar.

CORE ziet de coöperatieve ondernemingsvorm overigens 'als ideale model voor dit project waarbij de warmteklanten mee participeren door een stukje mee te investeren in het warmtenet en daardoor inspraak bekomen en meedelen in de winst.'


ACHTERGROND
Het project kan volgens CORE een aantrekkelijk financieel voordeel opleveren voor zowel de investeerders als voor de consument, maar ook het milieu vaart er zéér wel bij.
Voor de investeerders is het een interessante en vooral een redelijk veilige belegging. Uit de sensitiviteitsanalyse blijkt immers dat enkel indien de gasprijs constant blijft gedurende de komende 40 jaar de rentabiliteit niet gegarandeerd is.

De consument die de warmte afneemt heeft als groot voordeel dat hij niet meer onderhevig is aan het grillige gedrag van de fossiele brandstofprijzen.
De winst voor het milieu is gigantisch en loopt op tot een reductie van 14 000 tot 16 000 ton CO2 per jaar voor respectievelijk de antenne- en de ringstructuur. In vergelijking met bestaande Belgische warmtenetten heeft het warmtenet hier een grotere dichtheid van afnemers.